Vitamine E is een vetoplosbare vitamine die als antioxidant helpt om je cellen, weefsels en organen te beschermen.
Verschillende vormen: tocoferolen
De term vitamine E beschrijft een familie van acht vetoplosbare moleculen:
- Vier tocoferol-isovormen (α-, β-, γ- en δ-tocoferol)
- Vier tocotriënol-isovormen (α-, β-, γ- en δ-tocotriënol)
Slechts één vorm, α-tocoferol, voldoet aan de menselijke behoefte aan vitamine E. Dit is ook de vorm die het meest in ons bloed, cellen en weefsels zit.
Internationale eenheden en milligram
Vitamine E wordt op sommige etiketten aangeduid in milligram. Omrekenen van mg naar IE (internationele eenheden) doe je zo:
- 1 mg alfa-tocoferol komt overeen met 1,49 IU van de natuurlijke vorm.
- 1 mg alfa-tocoferol komt overeen met 2,22 IU van de synthetische vorm.
Omrekenen van IE naar milligram:
- 1 IE van de natuurlijke vorm komt overeen met 0,67 mg alfa-tocoferol.
- 1 IE van de synthetische vorm komt overeen met 0,45 mg alfa-tocoferol.
Vitamine E helpt de cellen beschermen tegen oxidatieve schade
#1. De rol van α-tocoferol
De belangrijkste functie van α-tocoferol bij de mens is die van een in vet oplosbare antioxidant. Vetten, die een integrerend deel uitmaken van alle celmembranen, zijn kwetsbaar voor schade door lipide-peroxidatie door vrije radicalen.
α-tocoferol is bij uitstek geschikt om peroxylradicalen te onderscheppen en zo een kettingreactie van lipide-oxidatie te voorkomen.
Wanneer een molecuul α-tocoferol een vrije radicaal neutraliseert, wordt het geoxideerd en gaat zijn antioxidatieve capaciteit verloren. Andere antioxidanten, zoals vitamine C, zijn in staat die verloren capaciteit van α-tocoferol te regenereren.
Naast het behoud van de integriteit van celmembranen in het hele lichaam, beschermt α-tocoferol de vetten in lipoproteïnen met een lage dichtheid (LDL’s) tegen oxidatie. LDL’s transporteren specifiek cholesterol van de lever naar de weefsels van het lichaam. Geoxideerde LDL’s zijn betrokken bij de ontwikkeling van hart- en vaatziekten.
#2. De rol van γ-tocoferol en de tocotriënolen
Andere vormen dan α-tocoferol staan ook bekend als krachtige antioxidanten. Tocotriënolen en γ-tocoferol zouden respectievelijk peroxylradicalen en reactieve stikstofspecies beter neutraliseren dan α-tocoferol.[1]
#3. Verschillende vormen samen
Uit studies is gebleken dat een mengsel van tocoferolen een sterker effect heeft op de lipideperoxidatie in menselijke rode bloedcellen dan alfa-tocoferol alleen. Waar alfa-tocoferol voornamelijk de productie van nieuwe vrije radicalen remt, zal gamma-tocoferol de bestaande vrije radicalen opvangen en neutraliseren. Een synergetische werking dus.[2]
Tekorten zijn zeldzaam
Een vitamine-E-tekort is zeldzaam. Premature baby’s met een zeer laag geboortegewicht kunnen een tekort aan vitamine E hebben.
Omdat het spijsverteringskanaal vet nodig heeft om vitamine E op te nemen, hebben mensen met vetstofwisselingsstoornissen ook meer kans op een tekort.
Symptomen van een tekort zijn onder meer perifere neuropathie, ataxie, myopathie van het skelet, retinopathie, en aantasting van de immuunrespons.
Voeding met vitamine E
Je lichaamsvoorraden aanvullen doe je door een evenwichtig voedingspatroon na te streven.
Zonnebloemolie en -zaden, amandelen en pindanoten, avocado’s, spinazie, butternutpompoen, rode paprika’s en forel zijn voorbeelden van bronnen van vitamine E.[3]
Let wel op: vitamine E breekt af als je het verhit. Toch blijft er genoeg over in eten en drinken.[4]
Veiligheid en neveneffecten
De aanvaardbare bovengrens voor vitamine E is 300 milligram per dag voor volwassenen. Voor kinderen ligt de grens lager.
Bij een juiste dosering wordt oraal gebruik over het algemeen als veilig beschouwd. In zeldzame gevallen kan oraal gebruik leiden tot:
- Misselijkheid;
- Diarree;
- Intestinale krampen;
- Vermoeidheid;
- Zwakte;
- Hoofdpijn;
- Wazig zicht;
- Uitslag;
- Stoornis van de gonaden;
- Verhoogde concentratie van creatine in de urine (creatinurie).
Het nemen van hogere doses kan het risico op bijwerkingen verhogen. Zo kan het oraal gebruik van vitamine E het risico op prostaatkanker verhogen. Ook kan het risico op overlijden hoger worden bij mensen met een ernstige voorgeschiedenis van hartziekten.
Overleg altijd met je arts vooraleer je vitamine E gaat nemen, vooral als je:
- Een tekort aan vitamine K hebt;
- Een oogaandoening hebt waarbij het netvlies beschadigd is (retinitis pigmentosa);
- Aan bloedingsstoornissen lijdt;
- Diabetes hebt;
- Een voorgeschiedenis van een eerdere hartaanval of beroerte hebt;
- Hoofd- en halskanker hebt;
- Een leveraandoening hebt.[5]
Vind je onze blogs interessant? Schrijf je dan zeker in op de nieuwsbrief:
Bronnen