Kun je iets vertellen over je achtergrond en hoe de weg naar de klinische psycho-neuro-immunologie (kPNI) tot stand is gekomen?
Het was altijd mijn droom om voetballers en hun blessures te kunnen behandelen. Eerst studeerde ik kinesitherapie, fysiotherapie in Nederland. Daar leerde ik spieren te versterken, stretchen of te masseren. Al gauw merkte ik dat dit een zeer beperkt denkmodel was. Vervolgens studeerde ik osteopathie, wat me een heel stuk verder bracht, maar nog steeds onvolledig bleek. Zeker bij voetballers met chronische of ontbrekende spierletsels moest verder gekeken worden dan een geblokkeerd bekken.
De kPNI introduceerde een heel andere visie: spieren worden bekeken als één orgaan dat communiceert met de rest van het lichaam. Wanneer achter de schermen iets fout loopt, in de meeste gevallen een laaggradige ontsteking, worden spieren opgeofferd. Deze sluimerende activatie van het immuunsysteem vindt plaats bij 30% van de profvoetballers en 95% van de algemene bevolking.
Wat zijn de grootste uitdagingen bij het werken met topsporters, performers en bedrijfsleiders, en hoe verschilt de benadering per doelgroep?
Raar maar waar is bij de voetballers waar ik mee werk vaak de uitdaging om intrinsiek gemotiveerd te zijn om iets aan hun levensstijl te veranderen zoals voeding of slaap. Dit is bij ondernemers en performers anders. Zij willen echt het maximale uit hun potentieel halen. Deze laatste groep anticipeert proactief op gezondheid, waarbij sporters vaak reactief na een herhaaldelijke letsel beginnen nadenken over hun eigen aandeel in het verhaal.
Met ervaring bij sportteams zoals Ajax, West Ham United en de Rode Duivels, welke specifieke waarde wordt toegevoegd als kPNI-expert binnen deze hoogprestatie-omgevingen?
Vandaag is de belasting voor sporters met de opeenstapeling van wedstrijden ontzettend hoog. Daar kan niet zo veel aan worden veranderd. Wat wel kan worden aangepakt is de belastbaarheid van het lichaam. Wanneer er sprake is van onderliggende ontsteking in het lichaam, betalen de spieren en de botten die we nodig hebben voor het leveren van een topprestatie de prijs. Volgens de KPNI is het symptoom echt nooit het probleem.
Wat was de motivatie achter het oprichten van kPNIBelgium en het levensstijlplatform WOLV, en welke impact hebben deze instituten gehad in de wereld van gezondheid en sport?
De motivatie was heel eenvoudig. Ik heb zelf de kennis gehaald in Nederland bij Natura Foundation en het Pruimboom Institute van professor Leo Pruimboom. Deze kennis wilden mijn vennoot Wouter, ook kPNI-therapeut en ik graag naar België halen. Op het moment dat we gestart zijn in 2015 leverde de zoekterm kPNI op Google 0 zoekresultaten op.
Vandaag de dag gebeurt het dat mensen mij vragen: ‘Zeg, ken je kPNI?’. Dan is er iets moois aan het gebeuren. We willen de shift maken van een passieve naar een actieve gezondheidszorg waar mensen zelf leren nadenken over de altijd aanwezige logische gezondheidsverbanden met betrekking tot hun eigen gezondheid.
We zien sinds COVID ook dat onze medische basisopleiding volgens de kPNI veel succes heeft: zo worden mensen opgeleide om kritisch na te denken en vragen te stellen aan hun arts of therapeut om op basis van logische en wetenschappelijke informatie gedragsveranderingen aan te brengen.
In je nieuwste boek ‘Wat de dokter nog niet ziet’ wordt benadrukt dat symptomen vaak niet het werkelijke probleem zijn. Wat bedoel je hier precies mee?
Elk symptoom vertelt een verhaal, maar dan zal je wel de tijd moeten nemen om de tijdlijn van dat verhaal in kaart te brengen. Daar heeft de arts nauwelijks tijd voor, waardoor vaak wordt gekozen voor een symptomatisch middel, maar hoofdpijn is geen tekort aan paracetamol, net zoals vermoeidheid geen tekort aan koffie is. Wanneer we als een drone boven de tijdlijn van de patiënt zouden vliegen zien we daarop alle factoren die geleid hebben tot de situatie vandaag. Werkelijk alles is hierbij interessant.
Vandaag zag ik een voetballer uit de Balkan waarvan zijn familieleden oorlog hebben meegemaakt. Dit heeft wat we noemen een transgenerationele impact, een stress die van generatie tot generatie wordt overgedragen. Ook las ik een artikel net van hoe een keizersnede in verband staat met een toegenomen kans op darmkanker. Allemaal wetenschap.
Het concept van de gezondheidstijdlijn wordt geïntroduceerd in het boek. Hoe helpt deze aanpak mensen om gezondheidsproblemen op een dieper niveau aan te pakken?
Mensen willen niet veranderd worden, maar wel veranderen op basis van de juiste informatie. In het boek wordt een stuk kennis, wat wij deep learning noemen, aangevuld met interactieve reflectievragen waardoor mensen werkelijk beginnen doordenken. Het begint altijd met een bewustwording. Overdag niet buitenkomen is een grote risicofactor voor depressie. Het inzetten van infraroodsauna beschermt tegen depressie. Drie keer in de week sporten compenseert niet voor de langdurige zittijd. Wanneer je partner gestrest is, is dat ook een risicofactor op een aandoening. Dit introduceert een oorzaak-gevolg denken op een éénvoudig manier en maakt mensen bewust dat de oorzaak vaak multifactorieel is. Dé oorzaak bestaat niet, de oorzaak is het moderne leven.
Er wordt veel nadruk gelegd op levensstijl-interventies zoals voeding en ademhaling. Hoe werken deze interventies binnen het kPNI-kader, en hoe dragen ze bij aan het genezingsproces?
Alle interventies zijn er op gericht om de communicatie te herstellen tussen de verschillende onderdelen van het lichaam. Door intermittent living met zijn zogenaamde koude-, adem-, honger-, dorst, hitteprikkels geven we een acute stressor aan het lichaam waardoor het immuunsysteem weer gaat praten met de hersenen en vice versa. Ons immuunsysteem begrijpt niets van altijd voeding, altijd dezelfde temperatuur, 6 keer per dag vet en suikerrijk te eten, 20u per dag het licht aan te hebben en een hele dag te zitten.
Wanneer ons lichaam erin slaagt opnieuw zichzelf te reorganiseren en zelf een uitdaging te beëindigen in de plaats dat het uitmondt in een chronische laaggradige ontsteking, komt er weer energie vrij voor activiteiten die ons mens maken: bewegen, nadenken, sociaal en seksueel actief zijn.
Voor wie is ‘Wat de dokter nog niet ziet’ bedoeld, en wat is het belangrijkste dat lezers kunnen meenemen, ongeacht of ze topsporter zijn of niet?
Mijn boek is voor iedereen die op zoek is naar nieuwe kennis over zijn klacht en die vandaag op zijn honger blijft zitten. Met dit boek kan je geïnformeerd naar je kPNI-therapeut of arts en begin je je sessie met 3-0 voor zodat je onmiddellijk de diepte in kan gaan. Als je zelf een klacht hebt, word je stap voor stap bij de hand genomen om al met een op wetenschap gebaseerde levensstijl aan de slag te gaan. Hierdoor is het bijna onmogelijk dat er géén verandering zal plaatsvinden.
Hoe ziet de toekomst van kPNI eruit, en hoe zou dit geïntegreerd kunnen worden in de reguliere gezondheidszorg? Welke veranderingen in de manier waarop we gezondheid en ziekte benaderen zijn volgens jou noodzakelijk?
Voor mij fungeren de reguliere geneeskunde en de KPNI in de toekomst als 2 onderdelen van dezelfde ritssluiting. Kijk, stel dat mijn vader een hartinfarct heeft, dan zal ik blij zijn als een arts hem kan redden. Maar de vraag is ook, hoe kunnen we verhinderen dat hij daar op de tafel komt te liggen met ‘Hard Facts’ & ‘Soft Skills’. Ook zou ik niet graag in de schoenen staan van een huisarts met 20 mensen in de wachtzaal die griep hebben om er die ene met een hersenvliesontsteking te kunnen uithalen. Het is de taak van de kPNI-therapeut om ervoor te zorgen dat er geen 20, maar 8 mensen in de wachtzaal zitten. De TV-arts Chatterjee zei dat zijn patiënten geen pillen nodig hebben, maar ondersteuning bij het aanbrengen van kleine, consistente wijzigingen in levensstijl. Maar artsen hebben daar geen tijd voor, wij wel. Het is tijd om tijd te maken voor tijdlijngeneeskunde. Hoewel de titel prikkelend is, zie ik een toekomst waar we beide een stoel hebben aan dezelfde tafel omdat we elkaar begrijpen en elkaars meerwaarde zijn. ‘If you think the pursuit of health is expensive and time consuming, try illness.’
Dit verschil in perspectief tussen de conventionele geneeskunde en kPNI doet me denken aan een populaire Indiase parabel. Enkele blinde mannen staan voor een olifant. De man die de slagtand aanraakt, beschrijft de olifant als een speer. Degene die aan de staart trekt, denkt dat het een touw is. Degene die de poot aanraakt, verwijst naar een boom. Moraal van het verhaal? We kijken allemaal naar hetzelfde, maar niemand van ons heeft het totale plaatje, noch het perspectief van de ander.
Wat zijn de belangrijkste lessen die zijn geleerd gedurende de carrière als osteopaat en kPNI-expert, en welke inzichten zouden waardevol kunnen zijn voor onze lezers?
Een kPNI-therapeut besteedt niet alleen aandacht aan de huidige situatie, maar altijd de volledige film. Als consultant voor blessures bij honderden voetballers heb ik geconcludeerd dat early life stress (stress vroeg in het leven) het grote verschil maakt tussen een speler die vaak geblesseerd raakt en een die nooit geblesseerd lijkt te raken. Sommige spelers maken veel ‘fouten’ op vlak van levensstijl en raken zelden geblesseerd, terwijl anderen die er een bijna perfecte levensstijl op nahouden, toch heel regelmatig geblesseerd zijn. Dat vind ik interessant. Het hoofdstuk dat het meest mijn handtekening draagt in het boek is het hoofdstuk over de psyche, waar veel aandacht besteed wordt aan de verschillende psychologische risicofactoren waarvan stress vroeg in het leven een heel belangrijke is.
Meer weten?
👉 Surf snel naar de website en ontdek meer over kPNI en je gezondheid!