Koen Venema doet onderzoek naar de microbiologie van de darm aan de Universiteit van Maastricht. Hij is tevens hoofdredacteur van Beneficial Microbes en consulteert bedrijven inzake onderzoek naar darmmicrobiota. Omdat de darm wel eens wordt omschreven als ons ‘tweede brein’, vragen we Koen graag om wat meer informatie.
Koen, wat inspireerde jou om je in je onderzoek toe te spitsen op de microbiota in de darm?
Ha, da’s een lang verhaal… Ik ben mijn carrière begonnen met werken aan micro-organismen die in de voeding gebruikt worden voor de bereiding van kaas, yoghurt, zuurkool, gefermenteerde worst, etc. … zogenaamde melkzuurbacteriën. Later bleek dat stammen uit deze melkzuurbacteriën (met name Lactobacillus) samen met Bifidobacteriën gezondheidsbevorderende werking hadden, ofwel probiotica waren. In die tijd bleek ook dat wij zelf heel veel bacteriën in onze darm hebben. Die combi ben ik gaan bestuderen, en ik heb dus mijn hele carrière gewerkt aan wat ik nu ‘Beneficial Microbes’ noem…
Hoe kunnen we volgens jou de rol van de darm in het lichaam het best omschrijven?
De darm is de poort (in het Engels heet dat mooi ‘gate-keeper’) die voeding door moet laten maar schadelijke stoffen, inclusief schadelijke bacteriën buiten moet houden. De binnenkant van de darm is namelijk nog steeds de buitenkant van het lichaam. In de dikke darm helpen de bacteriën die daar van nature zitten (de darmmicrobiota) om schadelijke bacteriën te remmen. Ze doen dit bijvoorbeeld door een plek in te nemen die die schadelijke bacteriën ook willen hebben, maar dan is er geen plaats meer, of hetzelfde te eten als schadelijke bacteriën waardoor er ook competitie ontstaat. Daarnaast voert onze darmmicrobiota oorlog door allerlei antimicrobiële stoffen te produceren waar schadelijke bacteriën slecht tegen kunnen. Als laatste produceert onze microbiota stofjes die onze eigen darmcellen gebruiken als energiebron, waardoor de darm optimaal als barrière blijft functioneren. Samen met het onderliggende immuunsysteem in je darmen (waar 70% van alle immuuncellen zich bevinden) beschermen onze darmen ons dus dagelijks tegen allerlei ‘aanvallen’.
Zowel pre- als probiotica spelen een rol in darmgezondheid. Kan jij ons het verschil even uitleggen?
Er is inderdaad een belangrijk verschil wat soms zelfs door wetenschappers (die niet in het veld thuis zijn) door elkaar gehaald wordt. Probiotica zijn levende micro-organismen die (als ze in de juiste aantallen ingenomen worden) een gezondheidsbevorderende werking op ons (de gastheer) hebben. Dat houdt dus in dat niet alle bacteriën in voeding per definitie probiotica zijn. Alleen als men heeft aangetoond dat ze de gezondheid bevorderen, mogen ze het ‘label’ probiotica dragen.
Prebiotica daarentegen zijn geen bacteriën, maar voedingscomponenten die (per definitie) de darmmicrobiota beïnvloeden, op een dusdanige manier dat ze wederom gezondheidsbevorderend voor de gastheer zijn. Twee decennia geleden betekende dat eigenlijk dat men keek naar de stimulatie van Bifidobacteriën, omdat we vonden dat die gezond zijn. Tegenwoordig weten we dat ook van andere micro-organismen met exotische namen zoals Akkermansia muciniphila, Faecalibacterium prausnitzii of Eubacterium rectale.
Welke factoren beïnvloeden onze pre- en probioticaniveaus?
Probiotica nemen we in. Denk hierbij aan het bekende Yakult-drankje dat hieronder ook genoemd wordt, of een product als Danone Actimel. Maar je kunt ze ook krijgen bij de drogisterij in de vorm van pillen en capsules, of simpele zakjes poeder. Vaak moet je ze enkele dagen innemen voordat je het effect merkt. Als ze werken is het zaak om ze langere tijd in te blijven nemen, want in principe worden ze gewoon door je darmen heen gespoeld, en komen ze er, plat gezegd, aan de achterkant weer uit.
Naast dat prebiotica vaak gezuiverd aan bepaalde voedingsproducten worden toegevoegd (bij. de groene Yakult flesjes bevatten niet alleen de Lactobacillus casei Shirota probiotica stam, maar ook een prebioticum) zitten deze stofjes van nature ook in een aantal gewassen. Zo bevatten uien, witlof en bananen zogenaamde fructo-oligosacchariden (FOS). Vaak echter wordt er een behandeling losgelaten op de natuurlijke stofjes om ze op de meest actieve manier in handen te krijgen. Bijv. galacto-oligosacchariden worden enzymatisch gemaakt uit melksuiker (lactose), terwijl xylo-oligosacchariden gemaakt worden uit xylaan dat je bijv. kan isoleren uit granen of suikerriet-stengels.
Probiotische drankjes als Yakult roepen gemengde reacties op. Helpen ze effectief om onze darmflora te verbeteren?
Yakult helpt goed om de stoelgang te normaliseren. Ik ben jaren geleden betrokken geweest bij het beoordelen van het wetenschappelijk dossier dat Yakult hieromheen opgebouwd had voor de NL overheid. Dat dossier is toen positief beoordeeld. Dat betekent dat hiervoor inderdaad voldoende wetenschappelijk bewijs is. Zowel bij constipatie als bij diarree helpt Yakult om de stoelgang ‘te normaliseren’. Probiotica hebben over het algemeen weinig effect op de darmflora (overigens een verouderd woord, we gebruiken tegenwoordig microbiota). Prebiotica daarentegen per definitie juist wel. Die zijn er op gericht om de darmmicrobiota (op een positieve manier) te beïnvloeden. Daar is in mijn ogen overtuigend bewijs voor.
Darmbacteriën worden alsmaar vaker gelinkt aan psychologische en neurologische aandoeningen. Hoe kunnen we deze link verklaren?
Ja dat klopt. Onze microbiota is samen met ons geëvolueerd in de loop van miljoenen jaren en we hebben een symbiotische relatie. Dat wil zeggen: wij hebben de microbiota nodig en zij hebben ons nodig. Over het algemeen verloopt dat samenspel (volkomen ongemerkt) van dag tot dag uitstekend. Af en toe, voornamelijk door onze veranderde leefstijl in de loop van de afgelopen honderd jaar, wordt het verstoord. Dit is omdat onze microbiota een effect hebben op ons eigen metabolisme en immuunsysteem, en die hebben weer een effect op bijvoorbeeld het brein. Stress, cognitie en zelfs ontwikkeling van het brein zijn zaken waar de microbiota een invloed op uitoefent. Ook denk men dat het een rol speelt bij allerlei aandoeningen zoals Alzheimer’s en Parkinson. Het onderzoek hiernaar staat nog in de kinderschoenen, maar mijn ‘gut feeling’ zegt dat het niet verbazingwekkend is dat ze het brein beïnvloeden… door de interactie die ze met ons hebben. Meestal is die interactie ten goede, maar door onze huidige leefstijl en voedingspatronen slaat het soms op hol. Dat wil niet zeggen dat we de microbiota overal de schuld van moeten geven, ze spelen er een rol in, maar zijn niet noodzakelijkerwijs de oorzaak van het probleem.
De laatste jaren krijgen steeds meer mensen te kampen met darmproblemen. Is dit te wijten aan onze voeding en levensstijl, of zijn er andere oorzaken?
Ah, ik ben de vorige vraag gaan beantwoorden zonder deze eerst te lezen 🙂 … Ja, naast de psychologische en neurologische aandoeningen zijn ook darmproblemen te wijten aan onze voeding en levensstijl.
Zijn er bepaalde voedingstrends die we beter kunnen vermijden om onze darm gezond te houden?
Dat is een vraag die niet gemakkelijk te beantwoorden is (en ik heb hem overigens geïnterpreteerd als ‘darmmicrobiota gezond houden’). Ik ben ooit eens gevraagd om bij het TV programma Pauw te komen vertellen waarom sommige diëten volgens mij slecht zijn. Ik heb toen gezegd dat ik liever een andere insteek zou kiezen door te bespreken welke facetten van verschillende diëten juist goed waren en hoe je die goede aspecten zou moeten combineren, maar dat was blijkbaar niet confronterend genoeg voor een TV programma en ze trokken de uitnodiging in… Ook hier (in deze tekst) heb ik het liever over wat je juist WEL moet doen: de darmmicrobiota floreert het best op voedingsvezel. Dat zit in groente en fruit, en granen. Voldoende inname van groente en fruit is voor het overgrote deel van de NL bevolking een uitdaging. Meer dan 90% van de mensen haalt niet de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Als dat het geval is zou je het kunnen aanvullen met prebiotica, maar de natuurlijke voedingsvezels hebben nog additionele voordelen: ze beïnvloeden ook de stoelgang positief.
Welke voeding of voedingsstoffen zijn dan weer essentieel voor een gezonde darm?
In het algemeen is het goed om gezond te eten, met zo weinig mogelijk geraffineerd voedsel. Als er al een trend is (of aan het ontstaan is) dan is het de terugkeer naar de inname van volledige gewassen (‘whole foods’) en niet de opgezuiverde componenten. Een simpel voorbeeld is wit versus volkoren (of meergranen) brood. Wit is geraffineerd, volkoren bevat nog de meeste bioactieve stoffen uit graan. Wil je echt helemaal uit je dak gaan, dan kan je denken aan zuurdesem brood, dat is ook nog eens gefermenteerd met melkzuurbacteriën :-). Dat zelfde geldt ook voor groente en in mindere mate fruit. Zuurkool is een bekend voorbeeld van gefermenteerde groente. Ik ben betrokken bij een consortium (bij elkaar gebracht door de Stichting Keep Food Simple; www.keepfoodsimple.nl) die de voordelen van gefermenteerde gewassen bestuderen.
Wanneer we kiezen voor een supplement met probiotica, voor welke vorm kiezen we dan het best?
De vorm maakt niet zo vreselijk veel uit, hoewel sommige bedrijven beweren dat hun vorm beter is dan andere. Daar zit vaak ook wel een bron van waarheid in, maar wat voor mij belangrijker is, is op wat voor moment je probiotica inneemt. Dit zou ten alle tijden in combinatie met een maaltijd moeten. Probiotica zijn namelijk bacteriën, en die worden deels afgedood door de verdedigingsmechanismen die het lichaam heeft, zoals maagzuur en galzouten. Door ze met/tijdens/of vlak na (binnen een kwartier) een maaltijd in te nemen worden ze deels beschermd tegen die verdedigingsmechanismen en kunnen ze optimaal ‘hun werk’ doen.
Kan je ons kort iets vertellen over jouw laatste nieuwe project?
Oef, ik zou niet weten waar ik zou moeten beginnen. In mijn groep aan de universiteit van Maastricht lopen op dit moment zo’n 15 studies die zich richten op de rol van ‘Beneficial Microbes’ op de gezondheid, waarbij we zowel naar pro- als prebiotica kijken (en hebben we er ondertussen zo’n 45 studies afgerond). Hierbij proberen we de overleving van probiotica te beïnvloeden, alsook de samenstelling en de activiteit van de darmmicrobiota zo te sturen dat dit leidt tot meer gezondheid. Een afgerond en recentelijk gepubliceerd onderzoek waar ik wel trots op ben is dat we met behulp van een probiotica stam (Bacillus coagulans BC30) de digestie van planteneiwitten verhogen. Over het algemeen is de digestie van planteneiwitten fors lager dan dat van dierlijk eiwit. Door de groei van de wereldbevolking worden we echter steeds meer gedwongen om meer planteneiwitten te eten. Om die nu optimaal te benutten hebben wij laten zien dat het tegelijk innemen van BC30 zorgt voor een hogere inname van aminozuren (Keller et al. Bacillus coagulans GBI-30, 6086 increases plant protein digestion in a dynamic,computer-controlled in vitro model of the small intestine (TIM-1). Beneficial Microbes, 2017; 8(3): 491-496; https://www.wageningenacademic.com/doi/10.3920/BM2016.0196).
Zin in meer? Vul hieronder je e-mailadres in en ontvang onze nieuwsbrief.