
Paul Van Deun is een klinisch psycholoog en verslavingsdeskundige uit Antwerpen. Zijn nieuwe boek ‘Dopamine, verlangen en verslaving’ zit boordevol informatie over verslavingen en geeft duidelijke adviezen voor het werken aan herstel.
In dit interview deelt Paul neurobiologische inzichten over verslavingsgedrag en hoe je ermee om kan gaan:”Het is een ziekte die behandeling nodig heeft.”
Kwetsbaarheid en hersenmechanismen achter verslaving
Je schrijft dat verlangen naar alcohol of drugs voor wie ermee worstelt, heel legitiem kan aanvoelen. Wat zegt dit verlangen volgens jou over menselijke kwetsbaarheid?
Het kan vreemd lijken dat mensen het alcoholgebruik niet kunnen controleren als zij daardoor al regelmatig in moeilijkheden zijn gekomen. Dat geldt ook voor rokers die het kankerrisico beseffen, maar toch verder roken. Iemand die al veel geld verspeeld heeft met gokken gaat nog geld lenen om opnieuw in te zetten? De logica achter deze gedragingen lijkt zoek.
Wat we zien is dat het verlangen naar een product of een verslavend gedrag te sterk is geworden. Dat was niet zo bij aanvang. Maar door herhaaldelijk en gedurende langere tijd alcohol te drinken, tabak te roken, cannabis te gebruiken of te gokken wordt dat gedrag zo belangrijk dat men de negatieve gevolgen voor lief neemt of denkt dat het nu wel bij één keer zal blijven. Niet dus.
Het is ook niet zo dat het genot van drinken, roken of gokken zo fantastisch is. Deze stoffen beïnvloeden echter bepaalde hersenmechanismen zodanig dat je controle kan verliezen over dat gedrag. We zijn bijgevolg (neuro) biologisch kwetsbaar voor verslavingen.
Je spreekt over een soort ‘kaping’ van het brein door middelen. Kun je in je eigen woorden toelichten wat er in het brein gebeurt wanneer gewoon verlangen omslaat in drang of dwangmatig gebruik?
Het menselijk brein heeft zich zo ontwikkeld dat we in staat zijn te overleven in een onzekere en complexe wereld. Door associatief leren, ervaring, gewoontevorming, enz., wordt die leefwereld deels voorspelbaar. Ons brein slaat al die informatie op en kan uit de context afleiden wanneer je verlangens vervuld kunnen worden en in welke mate. De geur uit de keuken verraadt een lekkere maaltijd, een uitnodigend mailtje verraadt een feestje met drank en drugs, enz. Het verlangen wordt gewekt.
Men heeft ontdekt dat wanneer je verlangen kan vervuld worden, wanneer dat haalbaar is, er een stofje in de middenhersenen je gedrag sterk activeert. Het betreft de neurotransmitter dopamine die het verlangen codeert. Vertaald naar verslavende middelen wil dat zeggen dat je een sterker verlangen voelt als drank of drugs beschikbaar zijn. Trek in een sigaret wordt een drang naar roken wanneer de rookpauze nadert. Buiten de rookpauzes is roken niet beschikbaar dus de trek is ook minder. Zin in een pint neemt toe als anderen ook drinken.
Hersenmechanismen waarvan je je niet bewust bent en die je niet willekeurig kan sturen, spelen dus een rol bij de sterkte van het verlangen en de motivatie. Je kan die reflexen wel leren kennen en proberen ze te slim af te zijn. Wat men ook heeft vastgesteld is dat alle stoffen waaraan mensen verslaafd kunnen raken, via de bloedbaan in dat hersendeel terecht komen en er de hoeveelheid dopamine verhogen. Alcohol doet het verlangen naar alcohol toenemen, bij nicotine en andere roesmiddelen is dat hetzelfde. Ook bij gedragsverslavingen, zoals gokken, is er een dopamine piek die je aanzet om opnieuw in te zetten na verlies. Het verlangen naar deze producten en gedragingen wordt dus kunstmatig gewekt. Omdat dit een rol speelt in verslavingsgedrag spreken we van een ziekte.
Herstel: meer dan alleen stoppen
In je boek benadruk je het belang van herstel boven louter stoppen. Wat maakt herstel volgens jou tot een zinvoller proces dan alleen abstinentie?
Met herstel wordt bedoeld dat mensen blijvend werken aan levenskwaliteit en zelfwaardering die ze in de verslaving kwijt zijn geraakt. Je roesmiddel kunnen gebruiken was het allerbelangrijkste. Dat kan ver gaan. Iemand zei me dat vroeger zijn drinken hem hinderde bij zijn werk, nu is hij zo verslaafd dat zijn werk hem hindert om te blijven drinken.
Herstel betekent dus uitzoeken wat een waardevol leven kan zijn. Wie en wat je belangrijk vindt, wat voldoening kan geven en waarvoor je je kan inzetten. Dat wordt pas ten volle mogelijk als je je niet meer inlaat met verslavend gedrag. Je krijgt dan, in de plaats van die kortstondige chemische roes, veel terug. De abstinentie volhouden wordt daarmee ook gemakkelijker. Je verlangen wordt bevrijd van de drang telkens je roesmiddel beschikbaar is.
De rol van de samenleving en het beleid bij verslaving
Je koppelt verslaving aan de context: de persoon, het middel én de samenleving. Welke rol zie jij vandaag voor de samenleving in het ontstaan en in het herstel van verslaving?
Verslavende roesmiddelen zijn te gemakkelijk verkrijgbaar in onze samenleving. Dat geldt voor zowel legale als illegale middelen. Ze zijn goedkoop, op elk moment van de dag te krijgen en kunnen via internet en de pakjeseconomie aan huis besteld worden. Er zou een sterker ontradingsbeleid moeten komen.
Een succesvol voorbeeld is het tabaksbeleid. Het aantal rokers is sterk afgenomen tegen pakweg 30 jaar geleden, maar we zijn er nog niet. Mensen die aan rokers geld verdienen, brengen nieuwe producten op de markt: vapes, snus, enz. Alcohol is te goedkoop en het alcoholpercentage is te hoog. In België mag je zelfs vanaf 16 bier en wijn drinken! De reclame promoot het alcoholgebruik als iets aantrekkelijks. Hierdoor drinken nog te veel mensen te vaak en te veel en beginnen ze er te vroeg mee.
Er is echter een kentering waar te nemen. Mensen willen gezond leven. Ze bewegen, letten op hun voeding en op wat ze drinken. Ze komen ervoor uit dat alcohol daar niet bij hoort. Voor wie in herstel is, is dat een steun in de rug!
Terugval herkennen en voorkomen
Wat zijn volgens jou herkenbare signalen dat iemand niet zomaar ‘zin heeft in iets’, maar aan het glijden is richting een terugval?
Niet elke terugval is 100% te voorspellen. Maar als mensen het gebruik van een roesmiddel overdreven belangrijk gaan vinden, dan hebben ze het niet meer onder controle. Je ziet dat ze erg vroeg op de dag iets met alcohol bestellen, altijd iets met alcohol willen drinken, anderen trakteren of de glazen nog eens vullen.
Typisch zijn ook de toestemminggevende gedachten : ‘ik rook omwille van de stress’, ‘die drank hoort bij Italiaans eten’, ‘ik moet echt kunnen chillen’, enz. Voor alles is er een reden, maar als je een rationele verantwoording nodig hebt om een glas wijn te drinken dan zet je een deur open om dat vaker te doen.
Het wordt echt problematisch als je heimelijk doet over middelengebruik: ontkennen, minimaliseren, gedrag verstoppen. De drang om verder te kunnen gebruiken is dan zo sterk geworden dat je er leugens voor over hebt.
Lessen uit jarenlange ervaring met verslavingszorg
Je hebt decennialang mensen met een verslaving begeleid. Is er iets waarvan je vandaag denkt: daar keek ik vroeger echt anders tegenaan?
Vroeger zou ik op zoek gegaan zijn naar de functie van het gebruik. Ik zag daarin de oorzaak van de verslaving. Ik dacht dat ik de reden voor gebruik kon wegnemen door emotionele groei aan te bieden, stress beheersing, mensen beter leren omgaan met conflicten, traumabehandeling, angstreductie, enz. Aandacht voor de persoon van de verslaafde en vaardigheden versterken blijft belangrijk, maar de drang naar een middel houdt niet op wanneer mensen ‘beter in hun vel zitten’. Omwille van gebeurtenissen of beperkingen zijn ze mogelijk regelmatiger en veel gaan gebruiken wat de neurobiologische gevoeligheid heeft getriggerd.
De beschikbaarheid van roesmiddelen in je leefomgeving moet je minderen en die middelen bewust minder belangrijk maken is de boodschap. Zelfwaarderend gedrag in de plaats stellen van het zoeken naar roes is even belangrijk en geeft inhoud aan herstelgericht werken.
De rol van naasten in het herstelproces
Je biedt ook inzichten voor de omgeving van iemand met een verslaving. Wat kunnen naasten volgens jou beter wél en beter niet doen in het herstelproces?
De neurobiologische inzichten in verslavingsgedrag vertellen mij dat het een ziekte is die behandeling nodig heeft. Voor naasten kan dat helpen om een onderscheid te maken tussen het verslavende gedrag, uiting van de ziekte, en wie de persoon achter de verslaving is. Ze kunnen die persoon, hun ouder, partner of kind nog wel waarderen of liefhebben, maar hoeven zijn/haar ziekte niet te pikken. Dat laatste doen ze door grenzen te stellen en vooral de problemen van de verslaafde niet over te nemen of op te lossen of te blijven zorgen. Naasten moeten hun recht op een eigen leven laten gelden. Tegelijk communiceren ze daarmee dat de verslaafde zijn verantwoordelijkheid moet nemen én dat ze erin geloven dat hij/zij dat ook kan.
Verslaving in de media en publieke opinie
Als je zou mogen bepalen hoe verslaving in media en publieke opinie wordt voorgesteld, wat zou je dan het liefst bijsturen?
Ik herhaal dat we verslaving moeten zien als een ziekte die het gevolg is van een biologische kwetsbaarheid waar iedereen in mindere of meerdere mate gevoelig aan is. Het is niet een keuze om verslaafd te raken en het is niet gemakkelijk om er snel vanaf te raken, maar het is ook niet onmogelijk. Dat vraagt mededogen.
Daarom is het belangrijk dat publieke figuren uitkomen voor hun kwetsbaar zijn voor alcohol of drugs. Wanneer zij daar respectvol en open over praten zal dat andere helpen om gemakkelijker hulp te zoeken. Mogelijk wordt er dan minder stigmatiserend over geschreven of gepraat en krijgen mensen die met deze kwaal worstelen nieuwe kansen en respect voor de moeite die ze doen.
Wil je graag meer lezen?
- Ontdek het nieuwe boek ‘Dopamine, verlangen en verslaving’
- Surf naar de website van Paul Van Deun
