
Liesbeth Catrysse is psychotherapeut, EMDR-therapeut en auteur van “De chemie van verlangen”. Vanuit haar ervaring met trauma en verslaving onderzoekt ze hoe verlangen, hoewel krachtig en natuurlijk, kan ontsporen in onze moderne samenleving. In samenwerking met Nova Vida Recovery benadrukt ze het belang van steun aan zowel individuen als hun partners bij herstelprocessen. In dit interview deelt Liesbeth haar inzichten en praktische handvatten om bewuster en vrijer met verlangen om te gaan.
Wat was voor jou de aanleiding om De chemie van verlangen te schrijven? Was er een persoonlijk of professioneel moment dat de doorslag gaf?
De aanleiding groeide vanuit mijn werk en de mensen rondom mij. Ik zag steeds vaker hoe moeilijk het is om in onze samenleving tevredenheid vast te houden. Hoe verlangen – dat in essentie een kracht is die richting en verdieping kan geven – ongemerkt ontspoort en mensen gevangen zet in patronen van steeds méér, sneller, intenser. Dat raakte me. Niet als oordeel, maar als herkenning van een menselijke kwetsbaarheid die ons allemaal raakt. Ik wilde begrijpen wat er biologisch, psychologisch en maatschappelijk gebeurt wanneer verlangen zijn natuurlijke evenwicht verliest, en hoe we opnieuw ruimte kunnen maken voor bewuste keuze en echte vervulling. De chemie van verlangen groeide zo uit tot een zoektocht naar inzicht én herstel.
In je boek stel je dat verlangen niet het probleem is, maar wie er de controle over heeft. Wat bedoel je daar precies mee?
Verlangen op zich is niet gevaarlijk. Het is een natuurlijke, drijvende kracht. Zonder verlangen zouden we niet streven naar verbinding, groei of betekenis. Maar het probleem ontstaat wanneer verlangen niet langer bewuste keuzes volgt, maar wordt gestuurd door oude kwetsuren, onvervulde behoeften of automatische reflexen.

En vaak hebben we dat zelf niet eens door. We houden onszelf voor dat we de controle hebben, dat we vrijwillig kiezen. Maar onder de oppervlakte spelen onzichtbare mechanismen die ons gedrag en onze verlangens sturen. Oude patronen van vermijden, verdoven of zoeken naar bevestiging kleuren ongemerkt onze keuzes.
In plaats van echte autonomie leven we dan in een schijn van controle. Echte vrijheid begint wanneer we leren herkennen wie er op dat moment aan het stuur zit: is het ons bewuste zelf, of zijn het oude automatismen die ons, zonder dat we het willen, telkens opnieuw dezelfde paden laten bewandelen?
De chemie van verlangen nodigt uit om die dynamiek zichtbaar te maken, zodat verlangen weer kan worden wat het bedoeld is te zijn: een gids, geen gevangenis.
Je legt verbanden tussen verslaving en alledaags gedrag zoals socialmediagebruik of eten. Wanneer wordt ‘normaal’ verlangen volgens jou problematisch?
Verlangen hoort bij het leven. Het is normaal om te genieten van eten, verbinding te zoeken op sociale media, of troost te vinden in kleine beloningen. Maar verlangen wordt problematisch wanneer het niet langer voortkomt uit een bewuste keuze, maar een automatische reflex wordt om ongemak te dempen – stress, leegte, verveling, verdriet.
Wat eerst een gezonde behoefte was, kan dan ongemerkt verschuiven naar een manier om iets niet te hoeven voelen. Wanneer we steeds vaker grijpen naar oppervlakkige prikkels zonder dat ze werkelijk vervullen, en wanneer we onszelf daarin beginnen te verliezen, spreken we niet meer van gewoon verlangen, maar van ontspoord verlangen.
Een belangrijk signaal is het gevoel van dwang: wanneer we niet meer kiezen om iets te doen, maar het gevoel hebben dat we móéten. Niet uit verlangen naar verbinding of plezier, maar uit angst om de onrust of pijn onder het oppervlak te moeten voelen.
Hoe speelt onze moderne maatschappij in op onze drang naar meer, sneller en intenser? En wat doet dat met ons mentaal welzijn?
Onze maatschappij is als een machine die steeds sneller draait. Alles is gericht op onmiddellijke bevrediging: één klik en je hebt iets besteld, één veeg en je krijgt nieuwe prikkels, één impuls en er volgt onmiddellijke beloning. Ons brein – dat van nature zoekt naar dopamine en beloning – wordt voortdurend geactiveerd en overstimuleerd.
Die constante stroom van prikkels maakt het moeilijk om nog voldoening te vinden in eenvoud, in traagheid, in aanwezigheid. We worden getraind om steeds méér te willen: meer likes, meer snelheid, meer intensiteit. Maar paradoxaal genoeg brengt die jacht geen diepere vervulling, enkel meer onrust.
Voor ons mentaal welzijn heeft dit verregaande gevolgen. Stress, burn-out, angst en verslaving zijn geen individuele tekorten, maar logische reacties op een systeem dat voortdurend aanzet tot overprikkeling zonder ruimte voor herstel. Als we verlangen weer willen laten aansluiten bij wat ons werkelijk voedt, moeten we leren om te vertragen, te kiezen en opnieuw te leren genieten van minder, maar intenser beleefde ervaringen.
Je werkte voor het boek samen met Nova Vida Recovery. Wat heeft die samenwerking bijgedragen aan jouw inzichten of aanpak?
Nova Vida Recovery leerde me om verder te kijken dan het gedrag. Hun benadering toont dat verslaving niet draait om het middel zelf, maar om de onvervulde behoeften, trauma’s en innerlijke pijn eronder. Herstel is niet simpelweg ‘stoppen’, maar het bouwen aan een nieuwe manier van leven waarin verbinding, veerkracht en zelfcompassie centraal staan.

Wat me bijzonder raakte in hun aanpak, was het besef dat herstel geen individueel proces is. Verslaving treft niet alleen de persoon zelf, maar ook zijn of haar omgeving – en dan vooral de partner. Vaak raakt de partner verstrikt in patronen van wantrouwen, verdriet en machteloosheid. Ook zij of hij draagt wonden die geheeld moeten worden.
Het werd me nog duidelijker hoe essentieel het is om ook de partner actief te ondersteunen. Niet als toeschouwer van het proces, maar als volwaardige deelnemer aan herstel. Door samen te werken aan communicatie, grenzen, begrip en vertrouwen, groeit er ruimte voor echte verbinding. Herstel wordt dan geen eenzame strijd, maar een gezamenlijke weg naar een nieuw evenwicht.
Als EMDR-therapeut werk je vaak met trauma. Welke rol speelt onverwerkt trauma volgens jou in het ontstaan van verslaving of ongecontroleerd verlangen?
Trauma vormt vaak de verborgen wortel van verslavingsgedrag. Wie niet heeft geleerd om moeilijke emoties te verwerken, zoekt instinctief naar manieren om pijn te dempen. Onverwerkte ervaringen blijven op de achtergrond spelen en sturen gedrag dat op het eerste zicht niets met die oude wonden te maken lijkt te hebben. Zonder erkenning van dat onderliggende trauma blijft de verslaving telkens nieuwe vormen aannemen.
Kan je een praktische tool of inzicht delen om die vicieuze cirkel van verlangen en herhaling te doorbreken?
Een van de krachtigste – maar vaak ook de moeilijkste – vaardigheden is het bewust leren verdragen van het ongemak dat verlangen oproept. Niet wegduwen. Niet onmiddellijk volgen. Maar eenvoudigweg bij jezelf blijven, ook wanneer de drang sterk wordt.
Vaak denken we dat de drang zelf het probleem is. Maar het is vooral onze reflex om het gevoel meteen te willen dempen die de verslavingscirkel in stand houdt. Elke keer dat we impulsief toegeven, leert ons brein: spanning is gevaarlijk, snelle ontlading is de oplossing.
Door bewust een periode van onthouding in te bouwen – of het nu gaat om eten, scrollen, porno, alcohol of een ander patroon van onmiddellijke bevrediging – geven we ons zenuwstelsel de kans om zichzelf opnieuw in evenwicht te brengen. In het begin wordt het verlangen sterker. Er kan onrust, irritatie of leegte opduiken. Maar als we leren die golf van ongemak uit te zitten, zonder ons erin te verliezen, begint er iets te verschuiven. De piek zakt, de drang verliest zijn dwingende kracht.
Herstellen van ontspoord verlangen vraagt oefening, geduld en vooral mildheid. Wie leert ruimte te maken voor verlangen zonder zich erdoor te laten meeslepen, zet een eerste, krachtige stap richting echte vrijheid.
In De chemie van verlangen reik ik heel wat extra tools en inzichten aan om die eerste stap te ondersteunen. Niet alleen voor wie worstelt met zichtbare patronen van ontspoord verlangen, maar ook voor wie merkt hoe gemakkelijk verlangen vandaag ontspoort in een overprikkelde wereld. Van praktische technieken om de ‘pauze’ te oefenen, tot manieren om je beloningssysteem opnieuw te voeden met eenvoud, rust en echte verbinding. Het boek wil vooral nieuwsgierig maken naar een leven waarin verlangen niet langer een vijand is, maar een bron van richting en vervulling.
Je schrijft over ‘de chemie van verlangen’. In hoeverre speelt onze neurobiologie een rol in het ontstaan én oplossen van verslavingsgedrag?
Onze hersenen zijn gemaakt om te zoeken naar beloning. Dopamine motiveert ons om doelen na te streven, oxytocine bouwt verbondenheid, cortisol verhoogt onze drang naar onmiddellijke troost bij stress. In een omgeving vol overprikkeling raakt dit systeem snel uit balans.
Maar het goede nieuws is: dankzij neuroplasticiteit kunnen we onze hersenen hertrainen. Door nieuwe, gezonde bronnen van voldoening op te zoeken – beweging, creativiteit, verbinding – herstellen we stap voor stap ons vermogen om echte voldoening te ervaren, in plaats van vluchtige kicks na te jagen.
Wat is jouw advies voor mensen die momenteel worstelen met (onbewust) verslavingsgedrag?
Begin met mildheid. Zie je gedrag niet als een teken van zwakte, maar als een signaal dat er iets in je binnenwereld om aandacht vraagt. Verandering begint niet bij strengheid of vechten tegen jezelf, maar bij het leren luisteren naar de onvervulde behoeften onder je gedrag. Vraag jezelf niet alleen af: Hoe geraak ik hiervan af?, maar ook: Wat probeert mijn verlangen mij te vertellen?
Zoek daarnaast steun. Herstellen doe je niet alleen. Schaamte leeft in afzondering; groei ontstaat in verbinding. Of het nu gaat om een therapeut, een vriend, een herstelgroep: de moed om gezien te worden in je worsteling is vaak de eerste stap naar werkelijke verandering.
En ik wil ook een boodschap meegeven aan de partners en geliefden van mensen die worstelen. Ook zij verdienen aandacht, ruimte en steun. Vaak dragen zij onzichtbare wonden: verdriet, wanhoop, uitgeput vertrouwen. Herstel is geen eenzaam pad van één persoon, maar een proces dat de hele relatie raakt. Partners hebben hun eigen ruimte nodig om te helen, grenzen te voelen en opnieuw te ontdekken wat ze nodig hebben.
In De chemie van verlangen pleit ik er dan ook voor dat niet enkel het individu, maar ook zijn of haar omgeving actief ondersteund wordt in dit proces. Echte verandering wortelt daar waar mensen elkaar niet langer uit angst vastgrijpen of afstoten, maar elkaar opnieuw mogen ontmoeten – vanuit verantwoordelijkheid én mildheid.
Wil je graag meer lezen? Pre-order het boek ‘De chemie van verlangen’ hier!