Loes Heijmans werd als jonge twintiger gediagnosticeerd met diabetes type 1. Omdat diabetes je leven onherroepelijk verandert en te weinig concrete informatie voorhanden is, schreef Loes twee boeken. Ook deelt ze haar kennis als spreker op evenementen. Vandaag neemt Loes ons mee in het leven van een diabetespatiënt.
☛ Bekijk de website van Loes Heijmans
Loes, kan je kort even vertellen hoe jij expert in diabetes bent geworden?
Expert is een groot woord. Maar ik kreeg zelf de diagnose type 1 diabetes toen ik 20 jaar was, midden in mijn studententijd. Weg zorgeloze leven. Hallo verantwoordelijk. Ik heb tien jaar lang gevochten met mijn diabetes. Kreeg mijn waardes niet onder controle, hoe zeer ik mijn best ook deed. Ik begon met het delen van mijn verhaal en bijbehorende struggles in een blogvorm, wat uiteindelijk uitmondde in het boek ‘Doe mij maar diabetes’. Jep, de titel is zeer sarcastisch bedoeld. Maar door het delen van mijn ervaringen kreeg ik opeens prachtige reacties van mensen die ik niet kende, die zich herkenden in het verhaal en het zo waardevol vonden. Ook leidde het boek tot aanvragen voor sprekersklussen en toen ik zwanger werd gaf dat weer zo’n nieuwe dimensie aan mijn diabetes dat ik een tweede boek schreef.
Inmiddels maak ik ook Diabetes TV en host ik De Diabetes Podcast. Dat maakt dat ik met heel veel onderzoekers en mensen in gesprek kom waardoor ik zelf ook steeds meer leer over diabetes. Het is mijn missie geworden om meer bewustzijn voor type 1 diabetes te creëren en dat ik dat kan doen door het delen van mijn verhaal geeft me ontzettend veel energie.
Je hebt zelf te kampen met diabetes type 1. Wat zijn de voornaamste verschillen met diabetes type 2?
Bij diabetes type 1 maakt je alvleesklier geen insuline meer aan. Dat moet je dus zelf toedienen door middel van spuit of insulinepomp. Bij diabetes type 2 maakt de alvleesklier wel nog gedeeltelijk insuline aan, waardoor soms een behandeling met tabletten kan volstaan of een aanpassing in levensstijl zelfs voldoende is om zonder medicatie door het leven te kunnen.
In 2015 heb je een boek over leven met diabetes type 1 uitgebracht. Welke hiaten in de literatuur hoopte je met jouw boek te vullen?
Toen ik zelf de diagnose kreeg had ik graag een boek gelezen dat me simpelweg vertelde hoe het nu écht is om te leven met diabetes type 1. Het enige dat ik kon vinden waren boeken vol medische terminologie of kookboeken voor mensen met diabetes. Puur een ervaringsverhaal was er niet. Nu dus wel.
Ik merk dat het bij veel mensen herkenning oproept, en dat lezers ook zeggen; dit ga ik aan al mijn vrienden / familie / collegae laten lezen, dan begrijpen ze tenminste wat het inhoudt. Dat vind ik een zeer mooi compliment.
Hoe heeft diabetes jouw voedingspatroon veranderd? Zijn er bepaalde etenswaren die je na de diagnose moest laten liggen?
Ik kreeg na de diagnose het advies te letten op koolhydraat inname en vetten te beperken. Dat is eigenlijk het enige dat ik heb aangepast. Voor iedere maaltijd moet ik mijn koolhydraten tellen om te weten hoeveel insuline ik moet toedienen. Maar het is niet zo dat ik bewust koolhydraatarm ben gaat eten.
Op mijn vetten let ik wel goed, want die hebben veel en lang invloed op mijn glucosewaarde, wat het verloop van mijn bloedsuiker soms onvoorspelbaar kan maken. Ik eet heus wel eens friet of een pizza, maar daar gaat altijd een fikse berekening aan vooraf en alertheid gedurende de avond die volgt is dan nodig.
Tijdens het sporten heeft het lichaam glucose nodig om energie aan te maken. Hoe kan een diabetespatiënt op een gezonde manier aan sport doen?
Meten is weten en je zult moeten uitproberen wat voor jou werkt. Over het algemeen daalt de glucosewaarde bij inspanning. Ik zorg er daarom voor dat ik tijdens sporten zo weinig mogelijk actieve insuline heb, door mijn pomp tijdig bij te stellen en minder insuline toe te dienen voor de maaltijd die ik voor het sporten nog eet. Sommige mensen sporten niet omdat ze bang zijn voor een hypo (lage bloedsuiker) tijdens het sporten. Dat komt bij mij ook regelmatig voor, maar betekent niet het einde van de wereld. Even wat eten of drinken, en als de waarde veilig is, sport ik weer verder. Sporten is heel goed mogelijk, maar je moet echt uittesten hoe jouw lichaam reageert zodat je weet hoe je het het beste kunt aanpakken.
Je tweede boek gaat over diabetes tijdens de zwangerschap. Heb jij advies voor vrouwen die momenteel deze situatie doormaken?
Ja een advies heb ik zeker: laat je niet gek maken! Zwanger worden met diabetes is vanaf moment 1 medisch. Zodra je überhaupt een zwangerschapswens hebt, moet je dat bespreken met je internist, want je moet een veilige waarde hebben om aan een zwangerschap te mogen beginnen. Als het dan zover is, wil je er alles aan doen om strakke bloedglucosewaardes te hebben. Als je teveel hypers (hoge bloedsuiker) hebt, kan dat namelijk schadelijk zijn voor de ontwikkeling van je baby. Dat wil je niet. Maar als je constant hypo’s hebt, leef je ook niet lekker. Ik was dus super gefocust op mijn bloedsuiker, 24 uur per dag, want als moeder wil je natuurlijk zo goed mogelijk voor je kindje zorgen, ook als die nog in je buik zit. Tel daarbij alle controles in het ziekenhuis op, van diabetesverpleegkundige, naar internist, naar gynaecoloog, naar verloskundige, naar oogarts en weer terug. Ik werd er compleet onzeker en gek van.
Tijdens de tweede zwangerschap wist ik; ik kan een gezond kind op de wereld zetten, wat me vertrouwen gaf in een goede afloop.
Leven met diabetes houdt in dat er heel wat gemonitord moet worden. Heb jij tips voor mensen die hiermee moeite hebben?
Klopt. Zoals ik al eerder zei; meten is weten. Als je niet monitort kun je ook niet bijsturen waar nodig. Met de komst van glucosesensoren is er steeds meer data beschikbaar en sommige mensen vinden dat inderdaad overweldigend. Ik denk; je moet kiezen voor de manier die bij je past. Ik zweer bij een sensor met alarmen, die me waarschuwt als ik te hoog of laag zit zodat ik tijdig bij kan sturen. Er zijn ook mensen die liever vier keer per dag in hun vinger prikken en op basis van die informatie hun diabetes managen. Als dat voor jou werkt, is het prima. Voor mij persoonlijk geldt dat hoe meer data ik heb, hoe beter ik weet hoe mijn lijf reageert en hoe secuurder ik mijn behandeling kan doen. Wat op lange termijn zorgt voor een zo gezond mogelijk leven. Dan neem ik al die data en alarmen graag voor lief.
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte, wat inhoudt dat het lichaam zichzelf aanvalt. Hoe wapen jij je lichaam als diabetespatiënt tegen andere ziektes?
Lange tijd heb ik daar niks speciaals voor gedaan. Ik kreeg vrij snel na mijn diagnose type 1 diabetes, ook de diagnose van een te langzaam werkende schildklier. Dikke pech dacht ik.
Sinds kort ben ik me meer aan het verdiepen in de werking van het lichaam en wat meer alternatieve bronnen daarover zeggen. Zo doe ik tegenwoordig ademhalingstechnieken en koude douches volgens de Wim Hof Methode, wat enorm goed zou moeten werken voor het immuunsysteem en bijvoorbeeld hart en vaat ziekten. Daar wil ik me graag verder in verdiepen om te zien wat dat voor mijn lijf kan betekenen. Ook ga ik binnenkort aan de slag met een hypnotherapeut om te onderzoeken of er een relatie is tussen het onderbewuste en diabetes type 1. Ik vind het super interessant om me hierin te verdiepen en zonder zweverig te worden, verder te kijken dan de reguliere medische wetenschap.
Als er drie zaken zijn die je mensen zonder diabetes zou willen vertellen, welke zouden die zijn?
Diabetes is meer dan ‘een beetje prikken en spuiten en op je eten letten’. Er zijn 42 factoren die invloed hebben op je bloedglucose, en dat weten maar heel weinig mensen. Je kunt je dus voorstellen dat iemand met diabetes iedere dag een soort koorddans doet om zijn ideale bloedsuikers na te streven, en dat allemaal naast zijn of haar reguliere werk, studie, ouderschap enzovoort. Diabetes is eigenlijk een fulltime job, behalve dan dat je er niet voor betaald krijgt…
Vraag nooit aan iemand met diabetes of hij of zij ‘hele zware diabetes’ heeft. Je hebt het, of je hebt het niet. Natuurlijk is het fijn als je interesse toont, maar vraag dan gewoon hoe het met iemand gaat. Op de vraag ‘hoe gaat het met je diabetes’ kan ik namelijk ook nooit een goed antwoord geven. Op dit moment kan het prima gaan, maar over een kwartier kan dat helemaal anders zijn. Onmogelijke vraag dus.